Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
Artikel 24
1
Bij besluit van Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie gezamenlijk kunnen personen worden aangewezen die belast zijn met het toezicht op de naleving door de instellingen van deze wet.
2
De personen die op grond van het eerste lid belast zijn met het toezicht op de instellingen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 10° tot en met 15°, kunnen het toezicht op een risicogeoriënteerde wijze uitoefenen.
3
De Nederlandsche Bank N.V. is belast met het toezicht op de naleving van de Verordening nr. 2006/1781/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler.
4
Ten aanzien van personen die op grond van het eerste lid belast zijn met het toezicht op de naleving van de artikelen, genoemd in het eerste en derde lid, zijn de bepalingen van hoofdstuk 5, afdeling 5.2, van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
5
Van een besluit tot aanwijzing op grond van het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
6
Bij ministeriële regeling kunnen banken die deel uitmaken van een groep banken die op 15 december 1977 blijvend was aangesloten bij een centrale kredietinstelling die controle uitoefent op de bedrijfsvoering en uitbesteding van die banken worden vrijgesteld van het toezicht door de Nederlandsche Bank N.V. op de naleving van deze wet, indien de centrale kredietinstelling toezicht houdt op die groep banken en in voldoende mate bevoegd is voor de naleving van deze wet noodzakelijke instructies te geven aan die banken. Aan deze vrijstelling kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.